De wettelijke verplichtingen met betrekking tot (mobiele) arbeidsmiddelen, zoals vorkheftrucks, reachtrucks, stapelaars, motorpallettrucks, orderverzamelaars (-pickers) etc, zijn vastgelegd in het Arbeidsomstandighedenbesluit hoofdstuk 7. Artikel 7.17 gaat specifiek over mobiele arbeidsmiddelen. Hierin zijn de volgende eisen opgenomen:
- Mobiele arbeidsmiddelen waarop een of meer personen kunnen worden vervoerd, zijn zodanig uitgerust dat het gevaar voor deze personen tijdens het vervoer zoveel mogelijk wordt beperkt.
- Mobiele arbeidsmiddelen, met uitzondering van heftrucks, waarmee een of meer personen kunnen worden vervoerd, zijn zodanig uitgerust dat onder de feitelijke gebruiksomstandigheden de gevaren als gevolg van het kantelen of omvallen van het mobiele arbeidsmiddel zoveel mogelijk worden beperkt door:
- een beschermingsconstructie die verhindert dat het mobiele arbeidsmiddel meer dan een kwartslag kantelt;
- een constructie die ervoor zorgt dat er rond de te vervoeren personen voldoende vrije ruimte voorhanden is, wanneer het mobiele arbeidsmiddel zich meer dan een kwartslag kan bewegen, of
- andere voorzieningen met een gelijk veiligheidsniveau.
- Een beschermingsconstructie is niet van toepassing indien het mobiele arbeidsmiddel tijdens het gebruik wordt gestabiliseerd of indien het mobiele arbeidsmiddel zodanig is ontworpen dat het niet kan kantelen of omvallen.
- Indien het gevaar bestaat dat de te vervoeren personen bij kanteling of omslaan bekneld kunnen raken tussen de delen van het mobiele arbeidsmiddel en de grond, is een systeem geïnstalleerd waarmee zij kunnen worden tegengehouden.
- Heftrucks waarmee een of meer personen kunnen worden vervoerd, zijn zodanig uitgerust, dat het gevaar van kantelen of de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt door:
- een bestuurderscabine;
- een inrichting die verhindert dat de heftruck kantelt;
- een inrichting die ervoor zorgt dat, indien de heftruck kantelt, er voor de te vervoeren personen voldoende vrije ruimte is tussen de grond en bepaalde delen van de heftruck;
- een inrichting op elke zitplaats van de heftruck, waarmee de op de truck aanwezige personen zich op de zitplaats kunnen vastzetten, of
- andere voorzieningen met een gelijk veiligheidsniveau.
NB. In de onderdelen a tot en met e zijn de voorzieningen vermeld die normaliter in verband met het kantelgevaar op heftrucks aanwezig kunnen zijn. Het betreft voorzieningen als een kantelbeveiligingsconstructie (ad. b), een veiligheidsconstructie zoals een ROPS (ad. c) en een veiligheidsgordel (ad. d), waarmee kan worden voorkomen dat personen door delen van de kantelende heftruck kunnen worden gegrepen.
- Indien het onverhoeds blokkeren van onderdelen voor de energie-overbrenging tussen het mobiele arbeidsmiddel en zijn hulpstukken of aanhangers specifieke gevaren kan opleveren, is dit arbeidsmiddel uitgerust met een voorziening die deze blokkering verhindert. Indien een dergelijke blokkering niet kan worden verhinderd, zijn zodanige maatregelen genomen dat de gevaren zoveel mogelijk worden beperkt.
- Mobiele arbeidsmiddelen zijn voorzien van middelen voor de bevestiging van onderdelen voor de energie-overbrenging, wanneer deze onderdelen vervuild of beschadigd kunnen raken doordat zij over de grond slepen.
Daarnaast gelden de volgende eisen:
- Elke vorkheftruck moet voorzien zijn van een chauffeursbeveiliging (veiligheidsgordel, gesloten cabine) en deze moet ook gebruikt worden.
- Op een heftruck moeten een typeplaat en een werklastdiagram aanwezig zijn op een plaats waar ze voor de heftruckchauffeur duidelijk en afleesbaar zichtbaar zijn.
- Keuringen en onderhoud zijn periodiek goed geregeld (minimaal jaarlijks).
- De blootstelling aan trillingen mag niet boven de blootstellinggrens uitkomen.
- Dieselmotorenemissies (de uitstoot van dieselmotoren), ofwel DME wordt voorkomen
- Oneigenlijk of onjuist gebruik wordt voorkomen. Meerijden op een heftruck is verboden, tenzij deze is ingericht voor meerdere personen.
- Het vooruit rijden met een te hoge last, waardoor het overzicht op de omgeving ontbreekt, en het rijden met een te hoog geheven last, is verboden.
- Werknemers beschikken over specifieke deskundigheid: Zij moeten met de bediening van het transportmiddel en de aard er werkzaamheden vertrouwd zijn en bekend met de bedieningsvoorschriften en met de bedrijfsreglementen.
- De werkgever is verplicht werknemers grondig te (laten) instrueren en toezicht te houden op de gemaakte afspraken.
- Een elektrische heftruck met een vaste zit of staanplaats (ook in het geval van een opklapbaar zitplatform) moet zijn voorzien van een stroomonderbreker, die automatisch in werking treedt en de rijaandrijving blokkeert bij het verlaten van de heftruck.