Knelpunt/risico
Ongevallen, dure reparaties en/of lichamelijke klachten door het ontbreken van periodieke keuring en periodiek/achterstallig onderhoud.In de praktijk zien wij dat de periodieke keuring en onderhoud van mobiele arbeidsmiddelen (vorkheftrucks, reachtrucks, stapelaars, motorpallettrucks, orderverzamelaars (-pickers), etc.) nog regelmatig onvoldoende gewaarborgd is. Veelvuldig geconstateerde gebreken:
- geen periodiek uitgevoerde keuring;
- het ontbreken van schriftelijke bewijsstukken waaruit periodieke keuring blijkt;
- bewijsstukken van keuring niet meer actueel (als regel ouder dan 1 jaar);
- niet of onvoldoende werking van de handrem;
- niet of onvoldoende werking van de vorkvergrendeling;
- niet of onvoldoende werking van het terugslagventiel van de hefcilinder;
- slechte staat van de banden;
- slechte zitvoorziening (slechte stoelen, vering) voor de heftruckbestuurder (waardoor o.a. bovenmatige belasting van het lichaam);
- niet of onvoldoende werking van de claxon;
- onvoldoende uitvoering van de veiligheidskooi;
- ontbrekende, vuile of slecht afgestelde spiegels;
- niet of onvoldoende werkende verlichting;
- onvolledigheid of ontbreken van onderhoudsregistratie
Maatregel/oplossingEen periodieke keuring en zo nodig testen van mobiele arbeidsmiddelen is conform het Arbobesluit Artikel 7.4a wettelijk verplicht.De frequentie van deze keuring en test is afhankelijk van het soort transportmiddel en de wijze en intensiteit van gebruik. In de toelichting op artikel 7.4a, lid 3 van het Arbobesluit wordt gesproken over ‘een veilige ondergrens van 1 keer per jaar’. Als er sprake is van sterk verhoogde inzetcondities en -duur dan dient de keuringsfrequentie verhoogd te worden naar een keer per halfjaar of per kwartaal. Daarnaast wordt door de fabrikant van het arbeidsmiddel in de gebruikershandleiding de keuringsfrequentie aangegeven , maar als wettelijke richtlijn geldt als minimum één keer per jaar. Bij eventuele uitzonderlijke situaties (zoals brand of ongeval), of wanneer het middel lange tijd niet is gebruikt, dient een (her)keuring te worden uitgevoerd, vóórdat het transportmiddel weer in gebruik wordt genomen. De keuring dient te worden uitgevoerd door een deskundige persoon of instelling, die een objectief oordeel kan geven over de bruikbaarheid en de staat van het intern transport voertuig. Zowel de primaire functie als de veiligheidsvoorzieningen worden hierbij getest. Dit kan een onafhankelijke keuringsinstantie zijn, een onderhoudsdienst van een leverancier, maar ook de technische dienst van het bedrijf zelf. Voorwaarde is dat de betrokken persoon of instelling voldoende gekwalificeerd is. Gezien het zeer specialistische karakter van de verplichte periodieke keuringen is het zeer aan te bevelen te laten uitvoeren door specialisten zoals BMWT-Keur of VeBIT. Naast de periodieke keuring is vanzelfsprekend een goed onderhoud van belang. Dit betreft een dagelijkse controle op de goede staat door de bestuurder of een daartoe aangewezen persoon en daarnaast een periodiek preventief en zo nodig curatief onderhoud door een gekwalificeerde persoon of instelling. |
Aanvullende informatie rondom keuringseisen
Conform artikel 7.4a, lid 1 en lid 3 bestaat er een keuringsplicht voor twee groepen arbeidsmiddelen: een ingebruikname veiligheidskeuring en een periodieke veiligheidskeuring.
Een ingebruikname veiligheidskeuring is verplicht bij die arbeidsmiddelen, waarvan de veiligheid mede bepaald wordt door de kwaliteit van de montage. Dit betekent dat stellingsbedieningsapparatuur (stapelkranen), hoogbouwtrucks, grote goederenliften, bovenloopkranen, magazijnstellingen, entresolvloeren en dergelijke zo’n veiligheidskeuring moeten ondergaan.
In principe heeft de periodieke keuringsplicht betrekking op alle arbeidsmiddelen waarvan het veiligheidsniveau als gevolg van slijtage of beschadigingen achteruit (kan) gaan. De wetgever heeft geen uitzonderingen geformuleerd, dus ook de kleinere arbeidsmiddelen zijn keuringsplichtig.Bij de afweging of een arbeidsmiddel keuringsplichtig is moet steeds een taxatie gemaakt worden van de veiligheidsrisico’s die door slijtage kunnen ontstaan. Het volgende voorbeeld illustreert deze denklijn. Bij een handpallettruck (pompwagen) is het moeilijk voorstelbaar dat er door slijtage gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Bij een hoogheffende pallettruck die bijvoorbeeld ook als heftafel kan worden ingezet, is dit risico wel degelijk aanwezig. De eenvoudige handpallettruck is dus niet keuringsplichtig, terwijl de hoogheffende pallettruck, dat wel is. Maar ook producten als magazijnstellingen vallen onder deze keuringsplicht. Door aanrijdingen of verkeerd beladen kunnen namelijk enorme veiligheidsrisico’s ontstaan.
Normen en wetten
Richtlijn Arbeidsmiddelen (89/655/EEG)
Arbobesluit: Hoofdstuk 7
Achtergrondinformatie
Europese regelgeving rondom het thema Veiligheid en gezondheid op het werk.
www.arbokennisnet.nl , waaronder de kennisdossiers machineveiligheid en werkplekinrichting
Arbo informatieblad 17: ‘Hijs- en hefmiddelen’
Arbo informatieblad 14: ‘Bedrijfsruimten: inrichting, transport en opslag’
Folder Arbeidsinspectie ‘Heftrucks, hoe voorkom ik ongevallen en schade
Site BMWT
Site VeBIT
Inspectierapport Arbeidsinspectie: heftrucks 2005 – 2005
Site Arbo partaal: Mobiele arbeidsmiddelen
Site FNV: Arbokaart heftrucks
Factsheet 16 Preventie van transportongevallen van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk.